Joep
Schreeuwend aan de hand van zijn moeder komt hij de klas binnen. ‘Nee ik wil niet naar school. Nee, ik wil niet, ik wil niet, ik durf niet.’ Joep heeft met zijn 7 jaar al drie scholen achter de rug en kwam thuis te zitten met een groot schooltrauma. Vandaag is zijn eerste wendag op zijn nieuwe school. In zijn groep zitten 9 jongens met een bijzondere achtergrond, interne gedragsproblematiek, en/of een schooltrauma omdat ze zijn vastgelopen in het reguliere onderwijs. Leerlingen die faalangst hebben ontwikkeld omdat het gewone onderwijssysteem niet matchte en het reguliere onderwijs niet in staat was om passend onderwijs te bieden, hebben mijn hart. Zijn leerkracht gaat zachtjes in gesprek met de moeder van Joep.
Ik ben net begonnen met mijn GVO-les over Hemelvaartsdag en heb ter introductie een plaatje van een open hemel op het digibord gezet. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Joep wel binnenkomen en hoor ik zijn moeder en de leerkracht zachtjes overleggen. ‘Wat zie je in de wolken?’, vraag ik de leerlingen. ‘Een trap die naar de hemel leidt.’, zegt Finn. ‘Waarom denk je dat dat een trap is?’, vraag ik. ‘Nou gewoon, er zijn van die treden en zo.’ ‘Maar leidt die trap dan ergens heen?’ vraag ik door. ‘Ja naar de hemel of een andere wereld.’, antwoordt hij.
‘Denk je dat er een andere wereld bestaat naast deze wereld?’, vervolg ik. ‘Ja echt wel’, zegt hij. Er volgt een gesprekje over de derde dimensies, sterrenstof en over mensen die zijn overleden en waar ze nu zouden zijn volgens de leerlingen. Daarna geef ik de kinderen een tekenopdracht. ‘Zou je ook een tekening kunnen maken van zo’n plek?’. Joep staat nog bij zijn moeder aan haar rok. ‘Ik durf niet, ik durf niet, ik durf niet’, roept hij nog eens heel hard. Ik loop de klas rond en ben met diverse leerlingen in gesprek over wat zij tekenen en waarom. In mijn ooghoeken zie ik Joep langzaam dichterbij komen. ‘Hé’, zegt hij dan ineens, ‘dat is de hemel!’. ‘O ja?’, vraag ik hem. ‘Waarom denk je dat?’. ‘Nou gewoon, het is gewoon zo’, antwoordt hij. Dan slaat hij zijn armen demonstratief over elkaar en gaat onder de tafel zitten. ‘Ik kan niet tekenen en dat ga ik ook niet doen’, zegt hij.
De jongen heeft in de afgelopen drie jaar dat hij kennismaakte met steeds andere basisscholen veel negatieve ervaringen opgedaan met onderwijs. Ik laat hem onder de tafel zitten en besteed niet zo heel veel aandacht aan zijn verstopgedrag. Ondertussen probeer ik een gesprekje aan te knopen. ‘Zal ik eens een harkpoppetje tekenen?’, vraag ik aan ‘m. ‘Misschien heb je nog wat tips voor mij’, lach ik hem toe terwijl ik een harkpoppetje op het bord teken. Heel voorzichtig kijkt hij onder de tafel door met dichtgeknepen ogen naar het bord. ‘Nou maar die is niet mooi’, zegt hij fel. ‘Je krijgt er geen cijfer voor. Wat je tekent is goed. Het gaat om het verhaal en wat jij denkt dat er is. Jouw mening doet ertoe!’, vertel ik hem. ‘O, maar dat kan ik wel!’, zegt hij. Hij staat op vanonder zijn tafel en met enige aarzeling zet hij enkele lijnen op het papier en begint te vertellen. ‘Dit is een paleis. En dat is God want die woont daar. En dit is Zijn troon. Want God bestaat wel hoor. Maar mijn moeder vindt van niet.’. ‘Maar’, zegt hij er ernstig bij, ‘ik vind mijn tekening NIET mooi’ en kijkt vervolgens naar mijn poppetje. ‘Maar hij is wel mooier dan die van jou!’. Langzaam begint hij te ontdooien en te ontspannen en knoopt hij een gesprekje aan met de jongen naast hem. Hij vertelt over zijn tekening en geeft een compliment over de tekening van zijn buurjongen. Aan het einde van de les bedankt hij mij en vraagt hij of ik er de woensdag erop weer ben. ‘Ik vond het superleuk, juf! Ben je er volgende week weer?!’. En na dat beaamd te hebben bedank ik de klas, geef een compliment voor hun betrokkenheid en pak ik glimlachend mijn spullen bij elkaar. Ik vertrek zachtjes weer naar de volgende groep. Wat een zinvol beroep hebben we toch! Een gouden moment was het waarin de nieuwe jongen langzaam het zelfvertrouwen in het onderwijs herwon! En wie ben ik dat ik daar getuige van mocht zijn! Zo’n moment maakt mij tot een dankbaar mens!