Licht der wereld
Het is woensdagmorgen. Het is stil in de klas. De vijfde groepers turen naar het schilderij ‘De aanbidding der herders’ van Rembrandt. Ik hoor gefluister links vooraan. ‘O, er zijn nog meer mensen bij, daar in het donker’. Hoe langer ze kijken hoe meer ze zien.
Ik ruik de kaarsen die branden, want het is advent. De kille nieuwbouwgeur verdwijnt een beetje uit het lokaal. Ik denk terug aan hoe ze net binnenkwamen, met die verwachtingsvolle blik in hun ogen. ‘Juf, vandaag gaat de derde kaars aan he!’.
Ze turen zo ingespannen naar het schilderij omdat ze op zoek zijn naar het antwoord op mijn vraag: ‘Waar komt het licht vandaan?’ Een slimmerd merkte net al op dat het lantaarntje maar weinig licht geeft. Dat klopt. Maar waar laat Rembrandt dan wel het licht vandaan komen?
Een leerling steekt zijn vinger op en daar zie ik nog een vinger. Ik wacht nog even, tot er meer leerlingen zijn die het zien. Ik sta net op het punt om een van de leerlingen een beurt te geven als een enthousiaste leerling overeind schiet. Hij vergeet zijn vinger op te steken, zijn ogen zijn gericht op het schilderij. ‘Juf, ik zie het! Het licht komt van Jezus! Hij is een glow-in-the-dark-baby!’.