Delen
Het is de week voor Sinterklaas. De hele school is versierd met klimmende Pietjes aan de spijlen van de ballustrades en vrolijke rode vlaggetjes met gele contouren van de mijter van de Sint. Het thema voor de les is ‘delen’. Ik zet de tafels in hoefijzervorm en leg mijn Brabantse bont tafelkleed over een kleiner tafeltje in het midden. De grote rode emaillen soeppan die ik op het kleed zet, wordt omringd door verschillende groenten: ui, wortel, selderij, prei en tomaat.
Bij binnenkomst kijken de leerlingen met verbazing naar de ‘gedekte tafel’. Op het bord heb ik geschreven: ‘Delen is het nieuwe vermenigvuldigen.’ Een aantal leerlingen steekt hun vinger op en legt de link met het gebruik van sociale media zoals Twitter, Instagram en TikTok. Vandaag vertel ik het verhaal ‘De soepsteen’, over de kracht van delen en hoe een groep mensen het weinige wat ze bezitten met elkaar deelt, waardoor er voor ieder meer dan genoeg is. De opdracht is dat zodra een ingrediënt genoemd wordt, een leerling opstaat en het in de pan doet.
Het verhaal begint. Wanneer een leerling opstaat en iets in de pan legt, wordt de tafel langzaam leeg terwijl de pan vol raakt. We raken in gesprek over het thema: ‘Wie deelt wel eens iets? Is delen moeilijk? Wanneer deel je iets?’. We bespreken het onderscheid tussen materiële en immateriële dingen, zoals het delen van een auto versus het delen van verdriet.
Ik deel post-it hartjes uit met de vraag: ‘Wat zou je willen delen?’. Leerlingen plakken hun antwoorden, met of zonder naam, op de pan, en na verloop van tijd is de pan vol met kleurrijke hartjes. Wanneer ik de hartjes bekijk, vraag ik een leerling of ik mag voorlezen: ‘Ik wil delen dat ik gay ben’. Na toestemming lees ik het voor en nodig de leerling uit om hierover te vertellen. De groepsgenoten luisteren aandachtig, en als ik aan de leerling vraag of anderen vragen mogen stellen is dat oké. Ik ben onder de indruk van het gesprek met waarderende en bemoedigende woorden en oprechte interesse. Er heerst een groot gevoel van saamhorigheid.
Bij het afronden van het gesprek vraag ik hoe de leerling de reacties vindt. De leerling is blij en heeft geen bezwaar tegen het delen van het gesprek met anderen buiten de groep. Ik besluit de les met een bedankje en complimenteer hen met hoe ze omgingen met de kwetsbare mededeling. Het lesuur is voorbij en de leerlingen gaan terug naar hun lokaal, terwijl de volgende groep wacht.