Dankbaarheid
Sommige geschenken zijn zo groot dat bijna niemand ze opmerkt. Ze zijn zo enorm dat ze bijna niet te zien zijn. Je moet terug naar het begin om te weten dat ze er zijn, of eigenlijk nog iets voor het begin. Zo begint bij Godly Play het scheppingsverhaal, een verhaal over zeven grote geschenken. In de afgelopen weken hoorden de kinderen tijdens de godsdienstles dit verhaal. Deze week sluit ik de lessenreeks af met ‘vieren’. Ik besluit wat extra uit te pakken en bij elke scheppingsdag een kleine traktatie te bedenken.
Aan het begin van de les leggen we de zeven kaarten van de grote geschenken nog een keer neer en ik zet bij elke kaart een bakje met een traktatie. Eén van de leerlingen vraagt: ‘Juf, hoeveel mag je daarvan?’. ‘Euh, van elk één…,’ antwoord ik. ‘Ook van die kleine snoepjes? Mogen we er daar niet meer van?’. Mijn irritatie komt op. De hele tafel staat vol met lekkere dingen, maar dat blijkt voor sommigen niet genoeg. Ik twijfel over mijn reactie en besluit mijn irritatie te benoemen: ‘Ik weet niet hoe dit voor jullie voelt, maar ik merk dat ik geïrriteerd raak door deze vraag.’ Een aantal leerlingen knikt. ‘Ja juf, dat snap ik wel… we krijgen zomaar iets en dan zijn we nog niet tevreden.’ ‘Dat is nogal ondankbaar,’ vult een andere leerling aan. Er ontstaat een mooi gesprek over dankbaarheid. Ook ik moet eerlijk toegeven dat ik regelmatig ‘vergeet’ dankbaar te zijn. Sommige geschenken merk ik niet op, ook al zijn ze nog zo groot.
De afsluitende les over het scheppingsverhaal was voorbij voor we er erg in hadden. ‘Is de les nu alweer voorbij, juf? We hebben alleen maar gegeten!’. Ja, inderdaad: ‘alleen maar’ samen gegeten én nagedacht over dankbaarheid… precies hoe ‘vieren’ bedoeld is, toch?!