Het is niet goed dat de mens alleen is
‘Niet normaal maken wat niet normaal is!’. Deze woorden werden gesproken door Koning Willem-Alexander op Dodenherdenking van dit jaar en die kwamen ogenblikkelijk bij mij naar boven tijdens een les godsdienstig vormingsonderwijs.
Op het programma stond het verhaal van de schepping. Voordat ik zou beginnen aan de allereerste woorden uit Genesis: ‘In het begin, schiep God de hemel en aarde’ toonde ik de klas een aantal bijzondere natuurfoto’s: van een schilderachtige onderwaterwereld met koraalrif tot een statige pauw met ogen waarvan het leek dat ze ons allemaal aankeken. Eén van de kinderen was er dan ook van overtuigd dat alle ogen van de pauw konden kijken omdat het best kon zijn dat er overal aderen liepen. Wow. Zó had ik nog nooit naar een pauw gekeken.
Een andere foto toonde ons een afzienbare schare van mensen, dicht opeengepakt. Dat ontlokte bij één van de kinderen een heel andere uitspraak dan bij de foto van de pauw. Ze riep door de klas: ‘Oh! Dat mag niet! Dat is niet coronaproof!’. Ik was even uit het lood geslagen. Mensen die voor elkaar geschapen zijn, mensen die bij elkaar horen, mensen die elkaar verstaan en dezelfde manieren hebben, mogen niet bij elkaar staan omdat het niet coronaproof zou zijn? Wat is er aan de hand met onze kinderen? Hoe worden ze in deze tijd opgevoed? Met het idee dat mensen een individu zijn? Dat mensen niet meer naast elkaar mogen staan? Dat mensen vooral veel ruimte om zich heen moeten hebben en een ander voortaan ALTIJD op afstand moeten laten staan? Dat mensen vooral alleen moeten zijn? Wat hebben wij, in amper een half jaar, aan onze kinderen geleerd? Ik was verbijsterd. Iets wat God juist NIET wil is dat mensen alleen in het leven staan, maar wij leren dat onze kinderen wel aan anno 2020.
Daarom moest ik denken aan de uitspraak van onze koning op die vierde mei. Prachtige woorden die blijven resoneren, juist op zo’n moment. Ik kon het daarom ook niet laten om tegen de groep de hoop uit te spreken dat alles heel snel weer kan en we weer snel met heel veel mensen samen kunnen komen. En daar waren alle kinderen het dan wel weer zeker mee eens.
Want God zei: ‘Het is NIET GOED dat de mens alleen is’.