Geschreven door Jan van Doleweerd

Het openbaar onderwijs streeft naar het eerbiedigen van iedere godsdienst en levensbeschouwing. De Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO) maakt op haar website bijvoorbeeld het statement dat elke school moet uitgaan van een gelijkwaardigheid van opvattingen over godsdienst, levensbeschouwing en maatschappelijke diversiteit. Alle burgers in Nederland moeten zich op het openbaar onderwijs thuis voelen. Maar dat dit niet vanzelfsprekend is, blijkt nog eens duidelijk uit de NTR serie Geloof in het onderwijs van presentator Karim Amghar. We krijgen de indruk dat de openbare school niet zo inclusief is als zij zou kunnen zijn. Uit de documentaire blijkt dat verschillende ouders die het belangrijk vinden dat hun kinderen mensen ontmoeten die anders zijn dan zij, liever toch voor bijzonder onderwijs kiezen. Hun ervaring is dat er in het openbaar onderwijs minder ruimte is voor levensbeschouwelijke uitingen dan in het bijzonder onderwijs. Moslims willen niet te horen krijgen dat ze gek zijn omdat meisjes en vrouwen een hoofddoek dragen en dat zij naar het vrijdaggebed willen. Christenen willen niet dat er neerbuigend wordt gedaan over een doopfeest of een Paasviering. Amghar: “Tijdens het maken van Geloof in het onderwijs realiseerde ik me dat heel veel ouders kiezen vanuit angst. Angst voor pesterijen, omdat ze daar zelf mee te maken hebben gehad. Omdat ze lange rokken dragen thuis, geen televisie hebben, of naar een kerk of moskee gaan.” (Trouw, 7 december 2022)

Het bekijken van de serie dringt de gedachte op dat er nog wat te verbeteren valt aan het openbaar basisonderwijs. In het openbaar onderwijs komt de samenleving bij elkaar. Veel voorstanders van het openbaar onderwijs zijn zelfs voor een wijziging of een modernisering van artikel 23 over de vrijheid van onderwijs. Ze denken dat bijzonder religieus onderwijs leerlingen niet genoeg voorbereid op een open houding naar anderen. Maar daarvoor is wel nodig dat er in het openbaar onderwijs ruimte is voor diversiteit.

Allerlei bestaande initiatieven helpen hieraan tegemoet te komen. Een van de instrumenten om te werken aan onderling respect en waardering is het vormingsonderwijs georganiseerd door het Centrum van Vormingsonderwijs (CvV). Dit onderwijs wordt aangeboden aan openbare basisscholen. Ouders hebben er recht op, jaarlijks een keus te maken uit humanistisch, joods, katholiek, protestants, hindoeïstisch, boeddhistisch vormingsonderwijs. Op een eerlijke en authentieke manier krijgen hun leerlingen dan wekelijks een les van een vakleerkracht die lesgeeft vanuit verbondenheid met een van de denominaties.

Is dit geen middel van indoctrinatie? Nee. Deze vakleerkrachten zijn opgeleid tot pedagogische professionals. Dat houdt in dat zij weten dat levensbeschouwelijke vorming geen overdracht is van vaststaande betekenissen, maar juist helpt leerlingen zelf betekenis te geven aan antwoorden op levensvragen. In het lectoraat protestants godsdienstig vormingsonderwijsAls desem in het deeg: verhalen die vormen en verbinden doen we daar onderzoek naar. Uitgangspunt is dat leerlingen komen en gaan in vrijheid. Maar vormingsleerkrachten zijn geen neutrale mensen, want die bestaan niet. Maar zij weten wel hoe persoon en professie professioneel aan elkaar te verbinden, zonder kleurloos te zijn en de pedagogische ruimte te scheppen waarin leerling zelf keuzes maken.

Kunnen leerkrachten in het openbaar basisonderwijs dit vormingsonderwijs niet zelf geven? De wet heeft deze verantwoordelijkheid gedelegeerd aan het Centrum van Vormingsonderwijs. Voor een vak als Geestelijke Stromingen is elke willekeurige leerkracht basisonderwijs bevoegd. Het gaat dan om het overdragen van objectieve kennis over allerlei godsdiensten en religies zodat leerlingen beter begrijpen waarom aanhangers van een godsdienst of religie of ideologie zus of zo denken en doen. Maar levensbeschouwelijk vormingsonderwijs gaat een spa dieper. Het gaat dan over antwoorden op levensvragen die hart en ziel raken, zoals over geluk, over lijden en kwaad, over de dood, over na de dood, over God of het Heilige. Het gaat over thema’s waar ouders graag van hebben dat je daar zorgvuldig en respectvol mee omgaat omdat het gevoelige thema’s zijn. Wil je op openbare scholen de scheiding tussen kerk en staat garanderen, dan kunnen zij terecht bij het aanbod van het Centrum van Vormingsonderwijs.

Maar moeten levensbeschouwing en school niet strikt gescheiden blijven? Religie, levensbeschouwing of ideologie achter de voordeur? Hier zijn twee argumenten tegenin te brengen. Het eerste is dat er geen neutraal onderwijs bestaat. Alle onderwijs is waarden gedreven. Als de minister van onderwijs in de NTR documentaire zegt dat “we” in het openbaar onderwijs de normen van de samenleving hanteren, dan bedoelt hij daarmee te zeggen: de levensbeschouwelijk normen van de meerderheid. Hij maakt dan een denkfout en doet alsof die norm buiten de levensbeschouwing valt. Hij snijdt hiermee andere godsdiensten en levensbeschouwingen de pas af. Dat kan niet de bedoeling zijn in een samenleving die bruist van diversiteit.

Het tweede argument is dat de basis voor een respectvol samenleven alleen gelegd kan worden als je leert met diversiteit om te gaan. Dat doe je in de praktijk, op school, in de samenleving. Dat leer je daar waar het schuurt. En dat kan alleen als je met je opvattingen voor de dag mag komen en er met elkaar over in gesprek gaat. Dat leer je niet achter de voordeur. Maar als het openbaar onderwijs geen veilig klimaat schept voor levensbeschouwelijke diversiteit, dan zaagt ze aan eigen poten, laat staan dat er grond is voor modernisering van artikel 23. Alleen wanneer je diversiteit accepteert binnen de grenzen van de democratie en het levensbeschouwelijk vormingsgesprek voert, groeit er een basis van tolerantie, waarmee je de samenleving opbouwt.

Verschillende scholenkoepels zoals BOOR, STEV en AVES werken op dit moment met de carrousel, een kansrijke manier om levensbeschouwelijk vormingsonderwijs te geven. In de carrousel krijgen vakleerkrachten van verschillende denominaties de gelegenheid om samen te werken en alle leerlingen in een klas in aanraking te brengen met hun antwoorden op levensvragen. Het zijn interessante initiatieven. Amghar zou ook bij hen een kijkje moeten nemen.

De NTR serie Geloof in het onderwijs maakt bewust dat het luisteren naar elkaar geen vanzelfsprekendheid is. Leerlingen met een willekeurige religieuze of levensbeschouwelijke achtergrond kunnen zich zomaar onveilig voelen als ze zich moeten gedragen naar de normen van een andere groep. Levensbeschouwelijk vormingsonderwijs is hier van grote betekenis. En daar kan het openbaar onderwijs nog veel profijt van hebben!

Jan van Doleweerd, lector protestants godsdienstig vormingsonderwijs (m.m.v. kenniskring lectoraat Als desem in het deeg: verhalen die vormen en verbinden.)

Zie ook: Inzicht krijgen in de overtuiging van de ander en daarmee respectvol omgaan zijn belangrijke onderwijsdoelen – Nederlands Dagblad. De kwaliteitskrant van Nederland